• Door naar de hoofd inhoud
  • Spring naar de voettekst

Joyce Cordus

Over leren & ontwikkelen, mindfulness en andere mooie dingen van het leven...

  • Mindfulness
    • Agenda
  • Compassie
  • Inspiratie
    • Abonneren
  • Over Joyce
  • Contact

Inspiratie

Vitame 3M

9 december 2021 by Joyce Cordus

Een paar weken geleden mocht ik voor het eerst sinds lange tijd weer eens optreden met een van mijn muziekcombo’s genaamd ‘Black coffee’. Naast mijn werk als mindfulness- en compassietrainer heb ik namelijk ook zingen en samen muziek maken als serieuze bezigheid. Het spande er nog even om of dat laatste optreden wel door kon gaan vanwege de coronamaatregelen, maar we hadden geluk. Het was aan het eind van de middag gepland en we konden zonder stress vanwege een vervroegde sluitingstijd onze twee sets ten gehore brengen. 

Het was spannend om na bijna 2 jaar weer op het podium te staan en ‘live’ voor publiek te zingen. Ik was dan ook best nerveus. Normaal heb ik dat toch een stuk minder. Ik moest al mijn mindfulnessvaardigheden aanwenden om in het hier-en-nu te blijven en de innerlijke criticus tot zwijgen te brengen. Ik denk dat het me redelijk gelukt is. 

Het is zo leuk om te merken hoe mindfulness en dagelijks mediteren zelfs ten goede komen aan zingen en muziek maken. In eerste instantie lijken het zaken die niets met elkaar te maken hebben, maar niets is minder waar. Muziek maken en zingen vergen – zeker als je ‘live’ optreedt – allereerst dat je in het hier-en-nu bent. Dat betekent, bijvoorbeeld, dat je je tijdens je performance niet moet bezig houden met wat anderen van je zullen vinden maar erop moet vertrouwen dat het goed zal gaan omdat je je zo goed als mogelijk hebt voorbereid. Je innerlijke criticus moet je dus thuislaten: geen oordelen over wie of wat dan ook tijdens het spelen en zingen, maar alle aandacht richten op wat er gebeurt van moment tot moment en daarop inspelen.

Als je opnames maakt, kun je die kritiek er altijd later nog op loslaten. Dat vraagt concentratie, alertheid en wakker zijn. Zeker als je moet improviseren. Het vereist ook loslaten van alle verwachtingen die je vooraf over het concert had of van allerlei andere verwachtingen (‘Zou hij/zij wel komen?). Je moet ook accepteren dat het gaat zoals het gaat: een beroerde ‘sound’, een koude of juist veel te warme ruimte. Het gaat erom – juist bij samen ‘live’ muziek maken – om helemaal open te staan voor de ervaring van het moment. Daarnaast moet je geduld oefenen. Geduld hebben heeft, volgens mij, veel te maken met opgeven van de ideeën die je in je hoofd hebt over hoe het moet gaan en wat er moet gebeuren tijdens het concert. Als je dat kunt, ontstaat er ruimte voor jezelf én voor je medemuzikanten voor interessante muzikale interactie.

Zelfs opnieuw beginnen moet je jezelf toestaan. Een verkeerde inzet is geen ramp: je kunt er altijd een grap over maken en opnieuw beginnen (en dat gebeurde ook, hahaha). Dat moet je durven en dat vraagt vertrouwen. Tenslotte helpt het ook om niet te streven naar perfectie of wat dan ook tijdens een optreden en in plaats daarvan in alle openheid op te merken wat er gebeurt en ruimte te geven aan wat er is en op dat moment spontaan ontstaat. 

En laten vertrouwen, niet oordelen, loslaten, accepteren, geduld, eindeloos opnieuw beginnen en niet streven nou net de zeven pijlers van mindfulness zijn: zeven kenmerken van een goede basishouding om mindfulness te beoefenen. Kenmerken die elkaar overlappen en elkaar wederzijds versterken. Ze hebben bovendien betrekking op mijn dagelijkse meditatiebeoefening. Mindfulness en meditatie dragen niet alleen bij aan het verder ontwikkelen van mijn muzikale vaardigheden maar ze laten mij vooral meer genieten van muziek maken en zingen. Ik ben dus erg blij met mijn vitamine 3M: muziek, meditatie en mindfulness.

Foto: Daniël Patriasz

Categorie: blog

9 december 2021 by Joyce Cordus

HET ONTSTAAN VAN HET LOGO

Tijdens een wandeling ontdekte ik bij toeval een beeld van een ‘vallende Boeddha’. Het deed me meteen denken aan het werk van beeldend kunstenaar, Willemien van Gurp, denken. De beweging die ik zag in deze Boeddha zie ik ook altijd in haar werk. Ik maakte een foto van het beeld en stuurde die op aan Willemien. Zij zou er een reactie op tekenen. Grappig dat zij er een ‘dansende Boeddha’ in zag. Vanuit dat perspectief had ik er nog niet naar gekeken en het toverde een glimlach op mijn gezicht. De Boeddha staat voor mij voor ‘zijn met wat er is’ en zien dat alles altijd in beweging is, constant verandert.

Ook dat zie ik zo ontzettend goed terug in haar werk. Het zijn dingen waar ik zelf – op een heel andere manier als zij – erg mee bezig ben en die mij altijd opnieuw raken in haar werk. ’Stoppen, landen, kijken’, zei één van mijn meditatieleraren altijd als het om mediteren ging. Ik meen dat in haar werken te herkennen: ze  laat zich leiden door wat is door er in eerste instantie bij stil te staan, het op haar in te laten werken, te kijken en dan te zien wat wil zijn. Misschien zit ik er helemaal naast, maar dat is mijn interpretatie.

De tekening die zij maakte als reactie op mijn foto van de vallende Boeddha riep ontroering bij mij op: de omarmende beweging die tegelijkertijd uitreikt én ruimte laat. De cirkel van de omarming is niet gesloten maar laat ruimte waarin en waardoor nog van alles mogelijk is. De omarming kan mijzelf gelden maar ook het omarmen van de ander. Ook die ruimte laat het … Maar ook de handen fascineren me. Ik las ergens dat de menselijke hand het voornaamste orgaan is om fysiek de omgeving te manipuleren. Dat in samenhang met haar verbeelding ervan riep bij mij de vraag op wat ik zelf eigenlijk met mijn handen doe. Ik was ooit lerares handarbeid en heb textiele werkvormen gestudeerd. Ik ben daarnaast jarenlang met ontzettend veel plezier bezig geweest met keramiek (niet draaien maar handopbouw). Die drang sluimert nog steeds en haar beeld laat me ook zien dat ik mijn eigen creativiteit zou kunnen omarmen en meer ruimte zou kunnen geven. 

Kortom, ik vond het prachtig en vroeg haar of ik het als mijn logo kon gebruiken omdat ze met deze reactie zo goed de kern heeft verbeeld van wat mij bezighoudt! Het inspireert me! Willemien vond het goed en dus gebruik ik het nu en ben ik haar ontzettend dankbaar! Wil je meer zien van Willemiens werk, ga dan naar haar website: willemienvangurp.nl

https://joycecordus.nl/cms/655-2/

Categorie: blog

Over leren, feedback en kwetsbaarheid

22 maart 2014 by Joyce Cordus Reageer

In mijn eerste blog – over creativiteit en leren – verwees ik naar leren in de zin van “the things you do, when you don’t know what to do” (Claxton, 1999). Een simpel verwoorde opvatting van leren die voor mij het beeld oproept van gepassioneerd leren, leren met hart en ziel. Dat klinkt mooi maar ga er maar eens aan staan: iets doen terwijl je niet weet wat je eigenlijk moet doen en dan ook nog met passie.

Voor ons volwassenen klinkt dat, over het algemeen, niet zo vanzelfsprekend, maar kleine kinderen doen niets anders. Ze leren alsof hun leven ervan afhangt (en misschien is dat in zekere zin ook wel zo), met vallen en opstaan, door te onderzoeken en te experimenteren,  risico’s te lopen, fouten te maken en opnieuw te beginnen, door zelf te proberen en om te hulp vragen als het niet gaat. Er zijn weinig andere perioden in je leven waarin een mens zoveel en op een zo vanzelfsprekende manier leert als in de allereerste kinderjaren. En dat terwijl kinderen, over het algemeen, zulke kwetsbare wezens zijn.

Kwetsbaar in de zin zoals Brené Brown dat omschrijft in haar boek ‘Daring greatly’*: onzekerheden trotseren, risico’s nemen, en je emotioneel bloot geven. Dat is immers wat je hele jonge (gezonde) kinderen voortdurend ziet doen. Kwetsbaarheid is dan ook, volgens Brown inherent aan leren en creëren. Maar naarmate we ouder worden, lijkt dat vermogen om ons kwetsbaar op te stellen af te nemen: we lopen niet graag risico’s, worden er onzeker van en moffelen die onzekerheden het liefst weg, we onderzoeken en experimenteren liever zo min mogelijk en bewandelen het liefst de gebaande paden. We zijn bang om te worden uitgelachen en afgekraakt als we een nieuw idee te berde brengen en/of bang om te falen.

In de bijlage van ‘Daring greatly’ citeert Brown een dichtregel van de Spaanse dichter Antonio Machado: ‘Caminante, no hay camino, se hace camino al andar’ ofwel ‘Reiziger, er is geen pad, je moet het pad al gaande banen’. Volgens Brown geeft deze regel heel mooi de essentie weer van haar eigen onderzoeksproces en de theorieën die dat heeft opgeleverd.

Ik was er door geraakt omdat deze regel, volgens mij, een metafoor is van Claxton’s opvatting van leren: leren is je eigen pad creëren. Volgens Brown speelt het geven, ontvangen en vragen van eerlijke, constructieve en betrokken feedback daarbij een fundamentele rol. We dienen die feedback zo te geven dat het mensen en processen vooruit helpt. Daartoe heeft ze de ‘Engaged feedback checklist’ gemaakt (te downloaden van haar website).

Het zijn aandachtspunten die een heel goede aanvulling vormen op de bekende regels voor het geven en ontvangen van feedback. Ze zouden in elke leeromgeving een mooie plek moeten krijgen. Voor Brown draait het bij feedback om kwetsbaarheid: ‘Vulnerability is at the heart of the feedback process” (Brown, 2012; p. 201). Feedback omschrijft ze dan ook als ‘sitting on the same side of the table’. Een prachtige metafoor: je stoel oppakken en naast elkaar aan tafel gaan zitten in plaats van – wat zo vaak het geval is – tegenover elkaar. Feedback in functie van gepassioneerd leren betekent dan: onzekerheden trotseren, risico’s nemen, en je emotioneel bloot geven, of het nu gaat om feedback geven, ontvangen of vragen.

Maar sinds ik ‘Daring greatly’ heb gelezen, puzzelt mij de vraag of wij als docenten, coaches, begeleiders of facilitators wel aan dezelfde kant van de tafel zitten als de studenten of professionals die we begeleiden. Ik ben er zelf, namelijk, niet zo zeker van en ben benieuwd naar de ervaringen van collega-docenten en andere leerprofessionals. Hoeveel ruimte is er überhaupt in het huidige onderwijs (en andere leersituaties) voor een thema als kwetsbaarheid, leren en creëren? Hoe vanzelfsprekend is die veronderstelde link tussen kwetsbaarheid en leren eigenlijk? En – suggestie van een lezer – wie of welke onderwijsinstelling durft / kan de ruimte geven om op deze manier feedback te geven. Op welke manier kun je dat stimuleren?

Ik ben heel benieuwd of er onder de lezers van dit blog ideeën over leven en welke. Als dat zo is, lees ik ze graag. Schroom dus niet om te reageren.

* Brené Brown (2012). Daring greatly: How the courage to be vulnerable transforms the way we live, love, parent and lead. New York: Gotham Books.

Categorie: blog

Creativiteit en leren

3 maart 2013 by Joyce Cordus Reageer

Creativiteit en leren

Onlangs lieten mijn twee, 7-jarige, kleinzoons, vol trots, hun eerste Youtube-filmpje zien. Het bleek een animatiefilmpje te zijn geïnspireerd door een echt incident met boeven en politie bij hun in de straat. Deze ervaring motiveerde hen extra om er een mooi verhaal van te maken. Ze keken hun kamer rond, zochten spullen bij elkaar, trommelden hun vriendjes op en gingen aan de slag. Al fantaserend en experimenterend hadden ze, samen met die vriendjes, hun eerste stop-motion filmpje gemaakt.

Een vader van een van de vriendjes, professioneel cameraman en documentairemaker, heeft geholpen met de afwerking en het on-line zetten van het filmpje, maar het product was duidelijk aan de verbeelding van de kinderen ontsproten, geïnspireerd door de werkelijkheid.

Morgen zijn we rijk

In mijn ogen laat dit voorbeeld heel mooi zien hoe creatief (gezonde) kinderen zijn en hoe belangrijk creativiteit is voor leren. Leren in de zin van “the things you do, when you don’t know what to do” (Claxton, 1999). Deze kinderen hebben al talloze animatiefilmpjes gezien, maar nooit eerder hadden ze zelf een filmpje gemaakt. Geïnspireerd door wat ze eerder hadden gezien, door het speelgoed en andere materialen die ze tot hun beschikking hadden en door elkaar, besloten ze hun eigen filmpje te maken.

Spelenderwijs en elkaar en zichzelf corrigerend, kwamen ze erachter hoe ze dat moesten doen. Al spelend leerden ze terloops om met elkaar samen te werken, problemen op te lossen, op hun gezond verstand af te gaan, fouten te herstellen, hun ideeën te verbeelden en hulp te zoeken en in te schakelen als dat nodig was.  Jammer toch, dat deze vorm van leren in het onderwijs systematisch zo weinig aandacht en waardering krijgt. In zijn boek ‘Out of our minds’ formuleert Ken Robinson (2011) het nog sterker: “Creativity is a multi-faceted process. (…) it can be fostered by many different ways of thinking, and it draws on critical judgment as well as imagination, intuition and often gut feelings. The dominant forms of education actively stifle the conditions that are essential to creative development”.

Zelf denk ik dat creativiteit en verbeeldingskracht onmisbare ingrediënten voor leren zijn. Zonder deze ingrediënten is leren smakeloos en saai, als chocola waarin de cacao ontbreekt. Bovendien kun je er, als verbeelding ontbreekt, moeilijk achter komen wat te doen als je niet weet wat je moet doen. Het lijkt mij logisch dat er, als creativiteit en verbeeldingskracht in leertrajecten niet worden aangesproken, vroeg of laat, motivatie- en ordeproblemen ontstaan en dat vroegtijdig schoolverlaten dreigt.

Creativiteit en het ontwikkelen daarvan krijgen momenteel veel aandacht. Vaak is dat ingegeven door een zich ontwikkelende 21ste eeuwse kennissamenleving die in toenemende mate vraagt om werkers die individueel of in groepsverband originele oplossingen kunnen bedenken voor bestaande of nieuwe problemen. Richard Florida introduceerde het begrip de ‘creative class’ en stelde zelfs dat menselijke creativiteit de nieuwe motor is voor economische groei (Florida, 2002).

Maar ook in onderwijsland staat (het bevorderen van) creativiteit hoog op de agenda. Als je googlet op de termen creativiteit én leren vind je talloze websites en publicaties waarin de verbinding tussen creativiteit en leren wordt benadrukt. Zo besteedt de site Onderwijs maak je samen, bijvoorbeeld, aandacht aan creativiteit en leren in het kader van het thema Creatief denken. Vaak draait het op deze sites om de vraag hoe je creativiteit kunt bevorderen. Ik denk echter dat dat een verkeerd uitgangspunt is. De vraag zou, mijns inziens, moeten zijn: hoe kunnen we zorgen dat we bij het ontwerpen van leertrajecten en het faciliteren van leren voortdurend een beroep doen op creativiteit en verbeeldingskracht van de lerende. Met Robinson ben ik, namelijk, van mening “(…) that we don’t grow into creativity; we grow out of it” (Robinson, 2011; p. 49). We verliezen onze creativiteit tijdens onze gang door de instituten waar we geacht worden te leren, van peuterspeelzaal tot en met allerlei instituten voor post-initieel onderwijs. Het wordt hoog tijd dat tij te keren.

Categorie: leren, mindfulness Tags: Leren; creativiteit; verbeelding

Footer

Copyright © 2023 Webkitchen websites · Log in